- aanvaren
- {{aanvaren}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [varende in aanraking komen met] run into ⇒ collide with♦voorbeelden:1 een ander schip aanvaren • collide with another shipII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [in een richting varen] sail♦voorbeelden:1 op iets aanvaren • steer/sail towards something
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.